Perskaart ultieme legitimatie voor misdrijf?

28 oktober 2014 | IT-recht

#

Valt het hacken van medische gegevens nog onder persvrijheid? Het huidige debacle tussen VRT en KU Leuven doen de gemoederen hoog oplopen nadat de KUL besloot om een rechtstreekse klacht in te dienen bij de procureur wegens poging tot hacken van hun servers. De auteur van deze bijdrage maakt een beknopte analyse van de voornaamste pijnpunten van onderzoeksjournalistiek.

In dit stuk wordt een persoonlijke opinie geventileerd, deze vertolkt niet automatisch het standpunt van het kantoor.

DE FEITEN?

Het VRT programma Koppen zond op donderdag 16 oktober een reportage over ‘hacken’ uit. Hoewel de hackers er niet in slaagden om de firewall van de patiëntendossiers te doorbreken, slaagden ze er wel in om minder gevoelige gegevens van de groep biomedische wetenschappen te bemachtigen.

Het is niet de eerste keer dat journalisten via hacking pijnlijke punten bloot leggen; ‘Volt’ toonde vorig jaar nog aan hoe gemakkelijk het was om de verwarming van een lager school te verlagen en Telefacts bewees recent nog hoe handige leerlingen schoolsoftware kunnen corrumperen.

Kortom, niet iedere hack zal evenveel commotie opleveren, jouw privacy in het gedrang brengen of (imago)schade veroorzaken. Met het hacken van gevoelige medische gegevens van een universitair ziekenhuis gebeurde dit wel en overschreed men effectief de wet.

 

ETISCH HACKEN

De VRT plaatst de inbreuk van Koppen onder de noemer “ethisch hacken”. De hacking was namelijk niet begaan met de intentie om een misdrijf te plegen, maar had daarentegen wel een maatschappelijk belang voor ogen.

Hacken is niet altijd strafbaar, er moet steeds een onderscheid worden gemaakt tussen insiders en outsider. Eerst genoemde beschikken over een toelating of toegangsbevoegdheid en delen de resultaten mee aan de opdrachtgever. Outsiders daarentegen misbruiken hun technische skills en social engineering om schade aan derde toe te brengen en zijn dus te kwader trouw. Zonder twijfel zijn laatst genoemden altijd strafbaar. De heren en dames van Koppen hebben zich in deze een comfortabele black hat aangemeten.

Toch maken zowel de VRT als de Vereniging voor journalisten zich sterk dat de journalisten niet vervolgd zullen worden. Hiervoor halen ze aan dat (I) de undercoveraanpak van Koppen de enige mogelijkheid was om de onveiligheid van privégegevens in elektronische gegevensbanken aan te tonen en (II) dat de reportage als doel heeft de samenleving te alarmeren voor een bepaalde situatie, namelijk de kwetsbaarheid van gevoelige persoonsgegevens aan tonen. Quid?

 

ALTIJD JOURNALIST?

Voor criminelen lijkt de boodschap wel erg duidelijk; verkrijg een persoonlijke get-outta-jail-free-perskaart en leun gerust achterover in geval van commotie?! Een belangrijke vraag die we ons moeten stellen is wie als journalist kan worden gezien? Volgens het Europese Hof is er sprake van journalistiek indien men de “bekendmaking aan het publiek van informatie, meningen of ideeën tot doel hebt”, ongeacht het overdrachtsmedium, de organisatiestructuur of het winstoogmerk. Dit werd in België eveneens erkend door het Grondwettelijke Hof. Volgens die ruime definitie lijkt het erop dat een blogger of journalist van louter lokaal niveau in dezelfde positie verkeert als de redactie van Koppen.

Bijgevolg kan de blogger zich onverkort beroepen op het basisrecht van de journalistiek, namelijk artikel 10 EVRM ofte het recht op een vrijheid van meningsuiting. In onze samenleving beschikt iedereen over dit grondrecht, maar de invulling die journalisten hieraan kunnen geven is gevoelig ruimer dan die van de gewone burger. Omwille van de maatschappelijke positie van journalisten bezitten zij over een quasi-absolute vrijheid een mening te koesteren en de vrijheid om inlichtingen of denkbeelden te ontvangen of te verstrekken.

De echte hamvraag dringt zich op indien dit recht op vrije meningsuiting in conflict komt te liggen met andere grondrechten, zoals het recht op privacy en ons strafrecht. Wanneer een dergelijke zaak voor de rechter komt is deze laatste ertoe gehouden om deze inbreuk te toetsen aan proportionaliteit en subsidiariteit. Een journalist met een vlotte pen kan aldus het maatschappelijk belang inroepen om zich in te dekken tegen zijn strafrechtelijke vervolging.

 

CHECKS AND BALANCES

In het geval van het hacken van medische gegevens door Koppen is er stevig geflirt met die checks and balances. Was het werkelijk noodzakelijk om de reputatie van onze universitaire ziekenhuizen in het gedrang te brengen? Kon de redactie haar punt niet bewijzen door middel van minder gevoelige persoonsgegevens? Welke grenzen werden er gesteld aan de gegevensverzameling in geval van succes? Hoe zouden de persoonsgegevens bewaard worden na de hack? Zijn er voldoende elementen aanwezig om geen rekening te houden met een gebrekkige toestemming?

Het maatschappelijk belang is proportioneel gezien niet gebaat bij het hacken van deze gegevens omdat iedereen inmiddels wel weet dat geen enkele software absoluut onfeilbaar is. 100% beveiligd is een utopie. De hete aardappel die Koppen wou bewijzen kan evengoed doorgeschoven worden naar de journalisten zelf! Het lijkt ons dan ook absurd te denken dat een journalist wel over een absoluut beveiligde omgeving beschikt waarop ze vol vertrouwen de tijdelijk verzamelde gegevens kunnen bewaren. De journalisten van Koppen beweren dat ze de verkregen bestanden na de reportage hebben verwijderd. Hebben ze werkelijk een platwals 3 maal over het corpus delicti laten walsen nadat ze deze vakkundig lieten uitbranden om het resultaat vervolgens naar de diepste krochten van onze oceaan te sturen? Althans in de hoop dat ze geen gebruik maakten van de cloud …

Het is een complexe analyse tussen enerzijds persvrijheid en anderzijds de privacybescherming, ons strafrecht, het maatschappelijk belang en onze openbare orde. Een journalist die zich bekwaam acht om strafrechtelijke feiten te plegen acht zich evenzeer bekwaam om deze afweging te maken. Dat dit een zware taak is lijkt ons duidelijk maar ze is o zo noodzakelijk om onze maatschappijkritische visie alle eer aan te doen! Het is dan ook aan de relevante instanties en de publieke opinie om uit te maken welke belangen primeren!

Deze juridische bijdrage werd geschreven door Sébasttien Elst, Stagiair-Jurist m.m.v. Quinten Seghers, ICT-jurist.

Onze diensten

Information Technology

Intellectuele Eigendom

Privacy

e-Compliance