#PKP15. Een Twitter-bommetje.

19 augustus 2015 | GDPR, Privacy

#

Deze blogpost is een column, en vertegenwoordigt niet noodzakelijk de mening van het kantoor.

Kort: Politiezone HAZODI verduidelijkt via Twitter,
Enkel preventie en geen arrestaties via sociale media – op Pukkelpop ’15. 

[intro]Het was de moeite, de publieke opinie die zich en masse keert tegen politionele diensten. Op zich een weinig vernieuwend gegeven, want ondanks de verouderde slogan, is de politie toch maar vriend bij enkelen. Wel vernieuwend – en beangstigend – is dat de Politiezone HAZODI (Hasselt-Zonhoven-Diepenbeek), wellicht met een beetje teveel tamtam, aankondigde sociaal netwerkverkeer te gaan monitoren op Pukkelpop 2015.

Sociaal netwerkverkeer kan je breed interpreteren: gaat het enkel om publieke data (publieke tweets, facebook-berichten) of gaat het om een persoonlijke, afgeschermde accounts?

[/intro]

[hr]

Het mag duidelijk zijn dat ik als privacy-jurist niet hoog oploop met monitoring en camera’s allerhande. Het is al eerder duidelijk gebleken dat hoe zwaarder de impact van politionele diensten op de privé-sfeer van burgers, hoe meer het onveiligheidsgevoel heerst. De verklaringen in de pers waren ook zorgwekkend: het zou gaan om een algemene monitoring én verwerking van persoonsgegevens, zonder daarbij een finaliteit, verantwoordelijke van verwerking, of zelfs de wijze en tijdsduur van de opslag te vermelden. Tijd voor een beetje opheldering. Een Twitter-verhaal.

[hr]

Defensieve houding

Zoals te verwachten, namen politionele diensten en haar vertegenwoordigers het ganse debat aanvankelijk nogal defensief op.

Het antwoord kwam maar cryptisch op gang:

[hr] [one_half_first]

Niets te verbergen, wél slecht gecommuniceerd.

[hr]

Alweer een scheet in een fles.

Je zou dus kunnen zeggen dat het weer om een losse flodder ging. Als je wat dieper kijkt, zie je niettemin een meer structureel probleem. Communicatie. Gegevensverwerking en openbaarmaking van gegevens ((jij schrijft iets op facebook (openbaarmaking), je vriend gaat het delen (verwerking)) zijn twee geheel verschillende zaken. Vooraleer men verwerking van gegevens (en dus inherent een schending van de privacy, artikel 8 EVRM) kan goedpraten, dient er een gerechtvaardigde finaliteit (doelstelling) aanwezig te zijn, die precies en duidelijk is.

Het belangrijkste criterium voor een gerechtvaardige schending op het recht op privacy is eenvoudig: de inbreuk is pas veroorloofd indien op geen enkele andere manier hetzelfde resultaat kan worden bekomen.

Als het gaat om preventie voor rampen, sterfgevallen en andere, kan je de politie met geen enkele vinger verwijten maken. Controle houden over een dermate groot terrein en aantal mensen is onmogelijk enkel met menselijk oog. De technologie, en dus ook de inbreuk op het recht op privacy, is geoorloofd. De finaliteit van preventie is precies en duidelijk, en het hetzelfde resultaat kan niet bereikt worden met een minder privacyschendende methode.

Echter, als het zou om arrestaties of strafrechtelijk onderzoek, dan kan dezelfde methode niet toegepast worden. De arrestaties van enkelen weegt niet op tegen de privacy van velen. Het resultaat – de arrestatie van een dealer of netwerk – kan bovendien op een veel nuttigere en relevante manier (individueel onderzoek, telefoontap, et cetera) bekomen worden.

En o – niet dat ik het toejuich -, ps. Mocht er toch een drugdealer opgepakt worden op Pukkelpop (uitsluitend) via de sociale monitoring, dan heeft die eigenlijk een vrijkaart. Monopoly, ook in het echte leven.

[hr]

Deze column werd geschreven door Matthias Dobbelaere-Welvaert, managing partner bij deJuristen.

[hr]

 

Onze diensten

Information Technology

Intellectuele Eigendom

Privacy

e-Compliance